Trauma

Wat is een trauma?

De term trauma wordt gebruikt wanneer u na een schokkende gebeurtenis blijft hangen in gevoelens van angst, eenzaamheid of boosheid. Hetgeen wat u is overkomen, is dan zo pijnlijk, schokkend of zwaar dat het simpelweg niet lukt om ermee om te gaan. Er bestaan lichamelijke maar ook psychische trauma’s.

Als u een trauma heeft en deze niet kan verwerken, kan posttraumatisch stressstoornis (PTSS) ontstaan. Hierdoor ontstaan er lichamelijke en psychische stressklachten die je lang houdt. Ongeveer tien procent van de mensen die een trauma meemaken, krijgt te maken met PTSS. Bij sommige trauma’s heeft u meer kans op PTSS dan bij anderen. Dit ligt aan het soort gebeurtenis, de duur van de gebeurtenis en de ernst van de gebeurtenis. Trauma’s kunnen ontstaan door:

  • Lichamelijke mishandeling.
  • Emotionele mishandeling (bijvoorbeeld uitschelden, vernederen, buitensluiten, pesten).
  • Seksueel misbruik.
  • Verwaarlozing.
  • Pijnlijke medische behandelingen.
  • Moeten vluchten uit het eigen land.

Welke klachten heb ik bij een trauma?

Bij het grootste deel van de mensen zullen de klachten als gevolg van de nare gebeurtenis binnen enkele weken sterk verminderen. Dit is dan geen trauma, er wordt pas gesproken van een trauma als de klachten na vier weken blijven bestaan of verergeren.
Een trauma is te herkennen aan gedesoriënteerd gedrag. Daarnaast kunt u last krijgen van:
  • Slechte nachtrust.
  • Vergeetachtigheid.
  • Moeite met opletten en u bent snel afgeleid.
  • De traumatische ervaring speelt telkens af in uw hoofd.
  • U vermijdt de plekken die u doen denken aan uw traumatische ervaring.
  • U bent bang.
  • U schrikt snel en u wordt snel geprikkeld. Hierdoor kunt u sneller boos of verdrietig worden.
  • U heeft het gevoel dat u verdoofd bent.
Voor iedereen zijn traumatische klachten anders. Een trauma kan er toe leiden dat u uw hele leven kwetsbaar blijft voor het ontwikkelen van psychische klachten.

Wat kan ik zelf doen bij een trauma?

Bepaalde adviezen bij trauma’s bij uzelf en anderen, zijn:

  • Vertel uw naasten over uw problemen of zoek contact met mensen die hetzelfde hebben meegemaakt. Dan kunt u praten over uw problemen en kunt u zien dat er hoop is en er een oplossing mogelijk is.
  • Zorg voor een vast ritme. Dit kan door ervoor te zorgen dat u elke dag op dezelfde tijden opstaat en gaat slapen. Eet drie maaltijden per dag en zorg dat u gezonde voeding binnenkrijgt.
  • Doe dingen waar u goed in bent, dan vindt u afleiding en krijgt u meer positieve energie. Hierdoor voelen de meeste mensen zich vaak al een stuk beter.
  • Ga naar buiten en zorg voor beweging in de vorm van bijvoorbeeld een stuk wandelen of fietsen. Buiten zijn en bewegen zorgt voor een fijne afleiding.
  • Vermijd alcohol en drugs, deze zijn verslavend en kunnen uw problemen verergeren. Het zal lijken alsof het helpt, maar op de lange termijn gaat u eraan onderuit.
  • Let op gedrag en klachten bij anderen die te maken kunnen hebben met psychische problemen. Zeker als u weet dat iemand anders een heftige, nare gebeurtenis heeft meegemaakt.
  • Ga naar uw huisarts als u bezorgd bent. Die kan u doorsturen naar een deskundige om mee verder te praten of naar een behandelaar die veel ervaring heeft met deze problemen.

Wanneer moet ik naar de dokter bij een trauma?

Maak een afspraak met uw huisarts als:

  • Uw klachten niet afnemen.
  • U zich verdrietig en bang voelt.
  • U geen oplossing ziet en zelf niet van uw problemen af kunt komen.

Als u veel last heeft van stemmingswisselingen, kan het nuttig zijn om uw trauma uit het verleden te behandelen. Trauma is vaak goed te behandelen met therapievormen die gebaseerd zijn op cognitieve gedragstherapie. Een voorbeeld daarvan is ‘Eye Movement Desensitization and Reprocessing’ (EMDR). EMDR is een kortdurende therapievorm waarbij de traumatische herinnering stapsgewijs wordt opgehaald onder begeleiding van de therapeut. Tegelijkertijd zorgt de therapeut voor afleiding, namelijk handbewegingen die gevolgd moeten worden met de ogen. De combinatie van het ophalen van de herinnering en de afleidende oogbewegingen zorgen ervoor dat de herinnering minder emotioneel wordt opgeslagen in het geheugen.