Uw heup bestaat uit een kom en een kop. De kom is een holte in uw bekkenbot en de kop zit bovenaan uw bovenbeen. Deze twee moeten goed in elkaar passen, zodat het heupgewricht goed kan bewegen. Als de verhouding tussen de kom en de kop niet goed is, heeft u heupdysplasie. Hierbij kan de kop verschuiven in de kom en uit de kom glijden. Het is niet pijnlijk, maar bij geen behandeling kan er op jonge leeftijd artrose ontstaan. Het wordt vaak al ontdekt op jonge leeftijd en ontstaat tijdens de zwangerschap of in de baby- of peutertijd. Het is niet duidelijk waarom dit gebeurt. De kans op heupdysplasie is groter bij:
Meisjes.
Een baby die in een stuitligging heeft gelegen vanaf de 32e week van de zwangerschap.
Baby’s waarvan andere familieleden ook heupdysplasie hebben (gehad).
Welke klachten heb ik bij heupdysplasie?
Om klachten op volwassen leeftijd te voorkomen, moet heupdysplasie op een vroege leeftijd worden ontdekt. Na de geboorte en bij het consultatiebureau wordt uw baby gecontroleerd op heupdysplasie.
Op latere leeftijd kunt u de volgende klachten van heupdysplasie hebben:
Pijn in de onderrug.
Pijn bij het draaien van de heup.
Pijn in het bovenbeen, de bil en de lies.
Pijn tijdens het lopen.
Pijn in het heupgewricht.
Wat kan ik zelf doen bij heupdysplasie?
Als uw baby last heeft van heupdysplasie raden wij u de volgende adviezen aan:
Til uw baby niet aan de benen op tijdens het aankleden, uitkleden of de luier verschonen.
Zorg dat de benen van uw baby altijd genoeg ruimte hebben om te kunnen spreiden.
Zorg ervoor dat uw baby de benen goed kan spreiden in de auto. Mocht dit niet lukken, kunt u een aangepaste autostoel kopen.
Zorg ervoor dat uw baby de benen goed kan spreiden als u uw baby optilt of op de heup of buik draagt.
Een behandeling bij heupdysplasie bestaat vaak uit een spreidmiddel. Deze kan ervoor zorgen dat uw baby de heupen buigt en spreidt. Hierdoor zal de kom en de kop van het heupgewricht goed gaan staan. Het duurt vaak een aantal weken of maanden voordat uw baby de benen weer goed kan strekken. Uw baby wordt tot 5 jaar na de behandeling nog gecontroleerd door een specialist. Als de heup na 5 jaar goed staat, zal uw kind later geen problemen aan de heup hebben.
Wanneer moet ik naar de dokter bij heupdysplasie?
Neem contact op met uw huisarts in de volgende gevallen:
Uw baby beweegt een van de benen of beide benen minder of niet meer.
Uw baby kan de knie niet strekken.
Uw kind heeft erg last van het spreidmiddel.
U weet niet zeker of het spreidmiddel wel goed zit.