Iemand met genderdysforie heeft een erg gevoel van onvrede met het geslacht waarmee ze zijn geboren en opgegroeid. Het gender past niet bij hoe ze zich eigenlijk voelen en uiten. Gender heeft te maken met hoe iemand zichzelf ervaart, maar ook met hoe andere mensen omgaan met verschillen in gender en genderrollen. Mensen die genderdysforie hebben, uiten zich allemaal ook erg verschillend. Voorbeelden zijn:
Uit onderzoek is gebleken dat mensen met genderdysforie, die een geslachtsaanpassende hormoonbehandeling of chirurgische behandeling hebben ondergaan, een verbeterde kwaliteit van leven ervaren en een afname hebben van psychische klachten. Na een behandeling is nazorg ook van belang voor integratie in de maatschappij.
Genderdysforie uit zich bij iedereen anders. Het sterkste gevoel wat voorkomt bij genderdysforie is het gevoel van onvrede met hun geslacht waarmee ze zijn geboren en opgegroeid. U voelt zich ongemakkelijk bij de normen die bestaan voor uw sekse en identificeert zich met een ander geslacht.
De gevoelens kunnen erg verwarrend zijn. Vaak is er een sterke afkeer van het eigen lichaam en een laag gevoel van eigenwaarde. Ook hebben mensen met genderdysforie vaak last van discriminatie. Hierdoor kan genderdysforie samengaan met depressies, middelengebruik en het vermijden van sociaal contact.
Als u de genoemde klachten ervaart, kunt u een aantal dingen doen:
Als u niet weet hoe u moet leven met genderdysforie of het lastig vindt om uw omgeving te informeren over de genderdysforie, neem dan contact op met uw huisarts. De huisarts kan u verwijzen naar een psychologische hulpdienst, zoals een seksuoloog of psycholoog.
Bel direct uw huisarts of de huisartsenpost:
Er bestaan ook telefonische hulplijnen voor direct contact met een vrijwilliger of een professionele hulpverlener. Deze mensen bieden een luisterend oor en kunnen u advies geven als u daarvoor openstaat. Daarvoor kunt u bellen naar: