Zwangerschapsvergiftiging

Zwangerschapsvergiftiging wordt veroorzaakt door een verminderde werking van de moederkoek of placenta. Het wordt gekenmerkt door eiwitten in de urine en een hoge bloeddruk. Als u zich niet laat behandelen, kan dit voor uw ongeboren kind gevaarlijk zijn.

Het ontstaat vanaf 20 weken zwangerschap, maar heel soms kunt u het nog 10 dagen na de bevalling krijgen. Sommige vrouwen hebben meer kans op zwangerschapsvergiftiging, bijvoorbeeld wanneer u:

• Overgewicht heeft
• Diabetes type 1 of type 2 heeft
• Een ziekte aan het hart of bloedvaten heeft
• Een nierziekte heeft
• 40 jaar of ouder bent of jonger dan 20 jaar bent
• Zwanger bent van meerdere kinderen
• Een familielid heeft die ook zwangerschapsvergiftiging heeft gehad
• Voor het eerst zwanger bent
• Voor de zwangerschap al een hoge bloeddruk had
• Voor de tweede keer zwanger bent van een nieuwe partner

Het is mogelijk dat zwangerschapsvergiftiging overgaat in het HELLP-syndroom. Hierbij werken de organen niet of minder goed. De gynaecoloog onderzoekt via uw bloed of u het HELLP-syndroom heeft.

Bij zwangerschapsvergiftiging heeft u last van klachten, zoals:

• Ernstige hoofdpijn
• Vochtopstapeling in het gezicht, de handen en de voeten
• Heftige buikpijn onder de ribben
• Dubbelzien
• Het zien van lichtflitsen
• Een baby die minder actief is
• Algehele malaise
• Misselijkheid
• Braken
• Tintelend gevoel in de vingers

Als u door zwangerschapsvergiftiging het HELPP-syndroom heeft opgelopen, krijgt u last van:

• Hoofdpijn
• Pijn in de bovenrug
• Pijn in de bovenbuik
• Wazig zicht
• Misselijkheid
• Grieperig gevoel
• Het gevoel alsof er een band om uw buik zit

Het is niet altijd mogelijk om zwangerschapsvergiftiging te voorkomen. Daarom is het belangrijk dat u zich regelmatig laat controleren en gezond leeft.

Aan de hand van de ernst van de ziekte wordt een behandeling bepaald. In de meeste gevallen is rust en medische zorg van belang om de bloeddruk binnen veilige grenzen te houden. Bij ernstigere vormen is een ziekenhuisopname nodig om een zuurstoftekort, hersenbloedingen en stollingsstoornissen te voorkomen. Na de bevalling herstelt iedereen vaak volledig en zullen de lichaamsfuncties en bloeddruk weer normaliseren.

Om de kans op zwangerschapsvergiftiging te verkleinen, kunt u:

• Calcium slikken. Het belangrijkste is om via de voeding al genoeg calcium binnen te krijgen. Het beste is om elke dag één gram calcium te consumeren. Producten met veel calcium zijn melk, groenten, noten en kaas. Als u een tekort aan calcium heeft, kan het nodig zijn om calcium pillen te slikken.
• Aspirine slikken. Dit verlaagt de kans op ernstige gevolgen door uw hoge bloeddruk. Overleg met uw gynaecoloog of dit nodig is voordat u hieraan begint.

Zodra u zwangerschapsvergiftiging heeft, moet u:

• Gezond eten
• Stress voorkomen door genoeg te ontspannen en goed voor uzelf te zorgen.
• Rusten

Neem contact op met uw gynaecoloog of verloskundige als:

• U last heeft van hoofdpijn
• U misselijk bent en/of overgeeft
• U plots bloedend tandvlees heeft of een bloedneus heeft
• U vochtopstapelingen heeft in uw gezicht, handen of voeten
• U slecht tegen fel licht kunt
• U pijn heeft in de bovenbuik of aan de zijkant van uw buik
• U pijn heeft in uw rug
• U last heeft van gezichtsstoornissen, zoals wazig zien of lichtflitsen
• U een grieperig gevoel heeft, maar geen koorts heeft