Ouderdomswratten zijn goedaardige huidvormsels die veel voorkomen. Ze lijken op een soort ruwe moedervlek die toenemen met de leeftijd. Vanaf een jaar of 30 hebben veel mensen al een aantal ouderdomswratten, maar naar mate u ouder wordt, komen er meer op de huid. Vrijwel iedereen krijgt hier last van, maar de één meer dan de ander. Mensen met een donkere huid krijgen minder vaak ouderdomswratten.
Een ouderdomswrat kan verschillende kleuren of vormen hebben. Ze beginnen meestal met een huidkleurig, grijsbruin plekje die ruw of zacht is. Meestal worden ze daarna groter en gaan ze er hobbelig uitzien. Het lijkt alsof ze makkelijk los gekrabd kunnen worden, maar dit is niet zo. Overal op het lichaam kunnen ze voorkomen, maar ze komen het meest voor op de rug, borst, slaap en nek.
Ouderdomswratten zijn niet besmettelijk en worden niet veroorzaakt door een virus of bacterie. Het is niet duidelijk waardoor ouderdomswratten ontstaan, maar er wordt verwacht dat erfelijkheid een rol hierin speelt.
Een ouderdomswrat ziet er meestal eerst uit als een huidkleurig, grijsbruin plekje die ruw of zacht is. Meestal worden ze daarna groter en gaan ze er hobbelig uitzien. Ze worden maximaal 3 centimeter groot. Als u ouder wordt kunnen ze donkerbruin worden en zelfs bijna zwart.
In de ouderdomswrat zitten scheuren of kloven en er kunnen stukjes loslaten. Ook kunnen de wratjes jeuken.
Er is geen behandeling nodig bij een ouderdomswrat. Dit komt omdat de ouderdomswratten niet gevaarlijk zijn. Wel vinden sommige mensen het er niet mooi uit zien en kiezen zij er toch voor om ze weg te laten halen. Dit kan door:
Als u last heeft van een ouderdomswrat hoeft u geen contact op te nemen met de huisarts. Deze plekjes zijn goedaardig en hoeven daarom niet te worden verwijderd. Als u de wrat toch weg wilt laten halen vanwege cosmetische redenen, neem dan wel contact op met de huisarts. Deze kan u eventueel doorverwijzen naar een dermatoloog.
Als u twijfelt of u last heeft van een ouderdomswrat of u heeft een plekje op de huid die afwijkt, neem dan contact op met de huisarts in de volgende gevallen: