Als u bent besmet met het hepatitis-C virus, krijgt u een ontsteking van de lever. Het hepatitis C-virus wordt voornamelijk overgedragen via bloed. Onder drugsgebruikers die drugs inspuiten, komt de ziekte veel voor. Dit gebeurt doordat zij gezamenlijk gebruik maken van dezelfde besmette injectienaald. Vroeger kwam het vaak voor bij transfusies met besmet bloed of besmette producten zoals naalden of chirurgische instrumenten.
Daarnaast kan besmetting voorkomen via onbeschermd seksueel contact, voornamelijk bij mannen die seks hebben met mannen. Als u ooit een hepatitis C-infectie heeft gehad, bent u niet immuun. Zodra u weer opnieuw in contact komt met het virus, kunt u opnieuw besmet raken. Er bestaat geen vaccin tegen hepatitis C. Wel kan 90% van de patiënten genezen van hepatitis C, als zij medicijnen hiervoor krijgen.
Er zijn twee verschillende soorten hepatitis C:
Om besmetting van anderen te voorkomen als u hepatitis C heeft:
Om de genezing van hepatitis C te bevorderen, kunt u de volgende adviezen opvolgen:
Om de kans op hepatitis C te verkleinen:
Als u bloedcontact gehad heeft met iemand die hepatitis C heeft:
90% van de patiënten genezen van hepatitis C, als zij medicijnen hiervoor krijgen. Neem dus contact op met uw huisarts als u verwacht met besmet bloed in contact te zijn geweest.
Neem contact op met de huisarts als u bloedcontact heeft gehad met iemand die hepatitis C heeft of zou kunnen hebben. Zodra de diagnose hepatitis C is vastgesteld bij uw huisarts, is de huisarts verplicht om dit te melden bij de GGD. Dit zorgt ervoor dat verspreiding van infectieziekten kunnen worden voorkomen.