Een armbreuk kan gaan om een gebroken onderarm of gebroken bovenarm. De onderarm bestaat uit het spaakbeen en de ellepijp. Deze botten maken een deel uit van de elleboog en de pols. Als u de onderarm breekt, is er sprake van een breuk van zowel het spaakbeen als de ellepijp. Ook is er vaak letsel aan de huid, spieren, pezen en eventueel ook aan de vaten of zenuwen. De onderarm breekt vaak doordat u valt op uw arm of door directe kracht op de onderarm. De bovenarm bestaat uit een pijpbeen die loopt van de schouder tot de elleboog. De schacht van het bovenarmbot kan breken door bijvoorbeeld een val op de schouder of bovenarm. Ook treedt er vaak een bloeduitstorting op.
Afhankelijk van uw leeftijd wordt er een behandeling toegepast.
Bij een gebroken arm heeft u last van de volgende klachten:
Als u de arm breekt, is het van belang dat u zo snel mogelijk een behandeling krijgt. Neem daarom eerst contact op met uw huisarts. Als u een gebroken arm heeft, volg dan de volgende adviezen op:
Als de breuk niet ernstig is, kunt u zonder operatie worden behandeld. Zodra de breuk ernstig is, is een operatie nodig. Hierbij zullen de breukdelen in de juiste vorm en richting gezet worden. Afhankelijk van de breuk wordt vastgesteld welke operatie u krijgt. Na de operatie krijgt u een mitella of draagband, zodat de arm kan rusten. U krijgt na een aantal weken een controle.
Het is van belang dat u de bovenstaande adviezen opvolgt, zodat de gebroken botten goed kunnen genezen. U kunt het herstelproces een handje helpen door te luisteren naar het advies van uw arts en het advies op te volgen.
Neem direct contact op met uw huisarts, huisartsenpost of 112 als u last heeft van de volgende klachten:
Als u hulpmiddelen zoals verband heeft gekregen en dit te strak aanvoelt, uw vingers blauw worden of een tintelend of verdoofd gevoel heeft in uw vingers, laat dit dan weten aan de verpleegkundige in het ziekenhuis wanneer u wordt behandeld of bel de huisarts.